Technische analyse cursus Deel 10 - Koersformaties
Inleiding
In de technische analyse zijn er verschillende soorten formaties. Zo zijn er driehoeken, hoofd-en-schouder formaties, vlaggen, enzovoort. Elke formatie heeft zijn eigen betekenis. In dit deel van de cursus zal ik een aantal formaties bespreken.
Dubbele toppen en bodems
Deze formaties komen niet ontzettend vaak voor op de grafieken, maar vaak genoeg om er aandacht aan te besteden. Vooral omdat het een vrij betrouwbare formatie is.
Een dubbele top is een formatie met twee pieken en een dal in het midden. Vaak is de tweede piek lager dan de eerste, maar het komt ook voor dat andersom is. In ieder geval zijn ze ongeveer op dezelfde hoogte. Een belangrijk aspect van de dubbele top is het feit dat het volume tijdens de tweede top lager is dan bij de eerste top. Omdat dat volume lager wordt, kan je uitgaan van een daling in de interesse om te kopen. Het volume wordt weer hoger bij een neerwaartse doorbraak van de horizontale lijn die de twee toppen aan de onderkant verbindt.
Bij een neerwaartse doorbraak kan je het minimale doel berekenen. Dit doet men door de afstand te nemen tussen de horizontale lijn en de hoogste top. Dit getal haal je van de horizontale lijn af en men heeft het doel naar beneden. Een dubbele bodem is precies het omgekeerde van een dubbele top. Echter bij een bovenwaartse uitbraak van de horizontale lijn boven de dubbele bodem, moet een toenemend volume gepaard gaan anders is de uitbraak niet betrouwbaar.
Behalve dubbele toppen, kan men soms ook drie- of zelfs vier-dubbele toppen tegenkomen. Uiteraard zal men deze minder vaak zien dan de dubbele toppen. Verder is het zo dat deze iets minder betrouwbaar zijn. Namelijk het feit dat er een derde of vierde top aan te pas moest komen, betekent dat het gevecht tussen kopers en verkopers heviger is. Dit betekent wel, dat als er een doorbraak komt, dat de volgende beweging heftiger is.
Bij een neerwaartse doorbraak kan je het minimale doel berekenen. Dit doet men door de afstand te nemen tussen de horizontale lijn en de hoogste top. Dit getal haal je van de horizontale lijn af en men heeft het doel naar beneden. Een dubbele bodem is precies het omgekeerde van een dubbele top. Echter bij een bovenwaartse uitbraak van de horizontale lijn boven de dubbele bodem, moet een toenemend volume gepaard gaan anders is de uitbraak niet betrouwbaar.
Voorbeeld
Om het bovenstaande te verduidelijken, heb ik hier een grafiek van Philips. Dit is niet een klassiek voorbeeld van een dubbele top, maar het is toch een visualisering van een dubbele top.
Je ziet hier twee toppen. Eén begin mei en één half mei. De horizontale lijn die de onderkant van de toppen verbindt, is op ongeveer 44,-. Het volume neemt licht af met de vorming van de tweede top. Nu is er een neerwaartse uitbraak en door het verschil te nemen van de hoogste top (ong. 51,-) en de horizontale lijn (ong. 44,-) en dat af te trekken van de horizontale lijn, krijg je het minimale doel van ong. 37,-.
De verbredende formatie
Volgens de theorie is deze formatie zeldzaam en wordt hij normaal gesproken gezien bij markt toppen.
De formatie doet zich voor zodra en drie of meer prijsfluctaties zijn die steeds hoger en lager liggen dan de vorige. Op die manier kunnen er twee lijnen getrokken worden over de toppen dalen zodat die lijnen divergeren.
De formatie geeft een emotionele onstabiele situatie aan. Men weet niet goed wat de richting is van een aandeel of index. Hieruit volgt dat als de formatie compleet is en er een neerwaartse doorbraak is, dat de volgende beweging vaak een flinke daling is.
Een variatie op de verbredende formatie is die waar één van de lijnen niet schuin loopt, maar horizontaal. Het lijkt een beetje op de driehoek. Deze variaties komen zowel bij toppen als bodems voor en kunnen een trendomkeer aangeven. Echter zijn ze soms ook als continuatie patronen aan te merken.
Zodra er een uitbraak is, kan men het minimale doel berekenen. Dit doe je door de grootste afstand te nemen tussen de divergerende lijnen en die afstand dan af te trekken (of optellen bij bovenwaartse uitbraak) van het punt van de uitbraak.
Voorbeeld
Om het bovenstaande te verduidelijken, heb ik hier een grafiek van de AEX.
Hierop is te zien dat de toppen en bodems vanaf februari 2000 steeds hoger en lager liggen. En wel zo, dat er twee lijnen te trekken zijn die divergeren (uit elkaar lopen). Omdat deze figuur er is na een stijging van de markt ervoor, is de verwachting dat de uitbraak neerwaarts zal zijn. De onderste lijn is rond 630 als je kijkt waar de koes zou kunnen uitbreken. Stel dat dat gebeurt dan is het doel 630 minus de grootste hoogte van een top en onderkant van de lijn. Het minimale doel komt daarmee uit op ongeveer 585.
| terug |
Baris Canatan
baris@bcinvestments.net
Meer leren over technische analyse? Er is nu een cursus Praktische Technische Analyse waar je d.m.v. videomateriaal en
praktijkvoorbeelden leert om zelf technische analyses te kunnen maken om zo beter en onafhankelijk te kunnen beleggen.
Klik hier voor informatie over de cursus Praktische Technische Analyse.
|